VDL Nedcar voert nul tolerantie-beleid rond drank en drugs: veiligheid voorop

VDL Nedcar voert al jaren steekproefsgewijs controles uit naar het gebruik van verdovende middelen (alcohol en drugs) op de werkvloer. Met daarvoor getrainde honden controleren onze begeleiders willekeurig bij in- en uitgangen in onze fabriek.

Indien een hond bij een medewerker aanslaat, dan voeren wij een vervolgonderzoek uit. Daarbij vragen wij toestemming om wangslijm en/of een blaastest af te nemen. In het geval dat een collega weigert medewerking te verlenen aan het onderzoek dan verzoeken wij hem of haar, omwille van de veiligheid, ons bedrijf voor de betreffende dag te verlaten. Onze medewerkers omarmen deze aanpak en ons beleid is afgestemd met onze medezeggenschapsraad. Een en ander maakt onderdeel uit van ons arbobeleid en daarmee onze zorgplicht.


Bij diverse controles in 2018 hebben wij in totaal een kleine 300 medewerkers gecontroleerd, nadat de rondgang met de hond daartoe aanleiding heeft gegeven. Bij de hierop uitgevoerde vervolgcontroles is gebleken dat ongeveer de helft van de gecontroleerde medewerkers sporen van alcohol of drugs in hun bloed hadden. Deze positief op drugs geteste medewerkers, en medewerkers met een alcoholpercentage van meer dan 0,5 promille (conform de Wegenverkeerswet) zijn naar huis gestuurd. Bij herhaling volgt schorsing of ontslag. Wij hanteren een nul tolerantie-beleid, wat bij onze medewerkers bekend is en waarvoor dus onder medewerkers draagvlak bestaat.

“Bij VDL Nedcar werken in totaal ruim 7.000 medewerkers waardoor wij een afspiegeling zijn van de maatschappij”, stelt algemeen directeur Paul van Vuuren van VDL Nedcar. “Wij betreuren de beeldvorming waarbij ons prachtige bedrijf wordt neergezet als een plek waar drank en drugs normaal zijn. Dat is uiteraard niet het geval. Maar iedere collega waarbij een verhoogde waarde is aangetroffen, en zichzelf én zijn of haar collega’s op de werkplek in gevaar brengt, is er één te veel. Met ons stringente beleid en de controles doen wij er alles aan om de overlast tot een minimum te beperken. Veiligheid staat altijd voorop.”